16 oktober 2020
Bron: Centraal Bureau voor Statistiek.
Jongeren die zonder startkwalificatie het mbo hebben verlaten, hebben tien jaar later minder vaak betaald werk. En als ze wel werk hebben, is dat vaker in een flexibel dienstverband dan mensen die wel een startkwalificatie hebben behaald. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzocht voor 2008 en 2018. Dit meldt de NOS recent in een artikel op haar website.
In 2008 verlieten ruim 87.000 jongeren onder de 23 jaar het mbo. 39 procent van hen had geen startkwalificatie. Dat is een diploma op mbo 2-niveau of hoger, of een havo- of vwo-diploma. Tien jaar later had 70 procent van de mensen zonder startkwalificatie een baan.
Van de oud-studenten die in 2008 wél met startkwalificatie van het mbo waren gegaan, had 91 procent in 2018 betaald werk. Ook was dat werk vaker in vast dienstverband (56 procent) dan bij mensen die geen startkwalificatie hadden (40 procent).
Uit de nieuwste cijfers van het ministerie van Onderwijs blijkt dat vooral jongeren op een mbo met school stoppen. Dit komt, zeggen gemeenten en scholen, omdat er een verkeerde studiekeuze is gemaakt of omdat er een "aantrekkelijke arbeidsmarkt" is. Ook spreekt de minister over "toenemende multi-problematiek" onder jongeren.
Vaker mannen zonder startkwalificatie
De mensen zonder startkwalificatie zijn vaker mannen. Dat komt ook doordat mbo 1-opleidingen vaker door mannen gevolgd worden dan door vrouwen. Een diploma van een mbo 1-opleiding geeft geen startkwalificatie.
Ook keerden vrouwen vaker terug in het onderwijs om alsnog een startkwalificatie te halen. Bij 30 procent van die vrouwen lukte dat ook. Bij mannen was dat 23 procent.
Lees ook het artikel dat het Centraal Bureau voor Statistiek hieraan wijdde in het begin van dit jaar.
rm
Je winkelwagen is momenteel leeg.